top of page

Wetten DBA/ VBAR slaan de plank volledig mis

Wat hebben we geleerd van de toeslagaffaire?


Het nieuwe jaar is begonnen en dat is een mooi moment om nog eens naar de problematiek van de wetten DBA/ VBAR te kijken.


Dit doen we natuurlijk vanuit onze professie. Dit betekent, het invoeren van deze wetten is een interventie in een reactie op een verandering. Je kunt je dan afvragen of dit een passende interventie is. Wij komen tot de conclusie dat we nog veel vragen hebben. Het lijkt erop alsof op grond van één symptoom (schijnzelfstandigheid) de hele flexmarkt de ‘gebeten hond’ is en aangepakt moet worden. Dit is niet alleen het gevolg van wetgeving die nog te veel ruimte laat voor interpretatie, maar is ook het gevolg van een arbeidsmarkt die alvast reageert op een aangekondigde handhaving en geen risico wil lopen.


In de toeslagenaffaire was ook iets dergelijks aan de hand. Het symptoom wat bestreden moest worden was het misbruik van toeslagen, ook wel bekend als de Bulgarenfraude. De overheid zag zich genoodzaakt tot het nemen van maatregelen om fraude te voorkomen. Maar ook hier waren de maatregelen veel te heftig in het licht van een humaan toeslagensysteem.


Het verandermodel dat we hanteren is ons eigen verandermodel (10s, van 10 stappen)en is gebaseerd op zowel wetenschappelijke als praktische inzichten. De kern van dat model is bovenstaande figuur. Dit model helpt ons vraagstukken te analyseren en interventies te bedenken.


De eerste stap is het vaststellen van de symptomen, ‘observe’. Dit is het feitelijk observeren van wat er aan de hand is. Als de feiten bekend zijn wordt de diagnose gesteld. We willen de onderliggende patronen begrijpen. We noemen dat ‘understand’. Als we echt snappen wat aan de hand is, dan kunnen we interventies ontwerpen (Design) en een implementatiestrategie bedenken (Implement). Als we niet echt snappen wat er aan de hand is, kun je natuurlijk ook oplossingen bedenken, maar die slaan dan de plank volledig mis.


Eén van die genoemde wetenschappelijke inzichten is van Chris Argyris. Hij is een econoom en de grondlegger van ‘Double Loop Learning’. Wat zoveel wil zeggen als dat je kunt leren binnen het heersend systeem (single loop), maar dat je soms ook het heersend systeem zelf ter discussie moet durven stellen (double loop). Zo bedoelen we met ‘Understand’ dat problemen en trends echt goed begrepen moeten worden (dus ook double loop). We krijgen de indruk dat vooral dat laatste met de wetten DBA/ VBAR nog niet gedaan is. Of in ieder geval nog niet het levenslicht heeft kunnen zien.


Een ander inzicht is Lean Problem Solving. Hierin wordt het probleem op de ‘plaats delict’ eerst goed feitelijk onderzocht. Dan worden de oorzaken onderzocht om vervolgens oplossingen te bedenken. Wat we meekrijgen van deze manier van probleemoplossen is dat het hier gaat over een proces om te komen tot een oplossing waarbij de eerste stap, het feitenonderzoek, zeer belangrijk is. Vervolgens is ook de gekozen oplossing een hypothese, waarbij in de praktijk, door te leren, gekeken wordt of deze oplossing voldoende steekhoudend is. Vanuit deze achtergrond: kennen we alle feiten? Weten we waarom de markt flexibiliseert?


Observe

Vanuit de discussie in de markt, vooral gevoerd op het LinkedIn platform, hebben we kunnen komen tot vijf observaties. 


  1. De arbeidsmarkt flexibiliseert.

  2. Sommige organisaties ontduiken belastingen en premies en maken daarbij gebruik van de regels en mogelijkheden die er zijn, maar die niet op die manier bedoeld zijn. Dit fenomeen wordt aangeduid als schijnzelfstandigheid.

  3. Sommigen vinden onze arbeidsmarkt kwetsbaar. Dit kwam vooral naar voren in de Coronatijd. Blijkbaar was het makkelijk afscheid nemen van de flexschil toen organisaties even wat minder werk hadden. We zagen dat dit werd uitgelegd als ‘kwetsbaar’. Maar dat is natuurlijk geredeneerd vanuit het standpunt van de zelfstandige. Vanuit het organisatieperspectief zou je kunnen aanvoeren dat de markt flexibel is. Het is prettig om af te kunnen schalen als je minder capaciteit nodig hebt, of je te richten op andere producten en diensten als de markt dat vraagt.

  4. Sommige flexwerkers kunnen niet voor zichzelf zorgen. Er is een groep zelfstandigen die geen zekerheden heeft bij ziekte of arbeidsongeschiktheid, en ook geen pensioen opbouwt.

  5. De EU heeft een subsidie klaar staan. Er kwam een bericht langs op LinkedIn dat de EU nog een paar miljard subsidie heeft liggen als Nederland haar plannen voor het robuuster maken van de arbeidsmarkt doorvoert. De vraag is echter hoe dat moet, dat robuuster maken. De vigerende gedachte van de overheid lijkt om bij het huidige systeem te blijven en de flexibilisering terug te dringen. Maar is dat niet wat makkelijk? En is dit eigenlijk wel de beste oplossing? Een flexibele arbeidsmarkt heeft immers ook voordelen.


Understand

Punt 1. De flexibiliserende arbeidsmarkt. Wat weten we ervan?


Een flexibele arbeidsmarkt heeft veel voordelen, zowel voor werkgever als werknemer. Denk aan snellere aanpassingen bij economische schommelingen en veranderingen in de markt; een efficiënter gebruik van arbeid; maar ook het kunnen maken van een bewuste keuze over welke en hoeveel expertise een organisatie in huis wil hebben. Werknemers zijn steeds meer op zoek naar een betere werk-privé balans; zoeken meer afwisseling; en hechten steeds meer aan meer vrijheid.


In de zorg bijvoorbeeld is 10% van het verplegend personeel ZZP’er. 1 op de 10 (CBS 2023) daarvan zou het liefst als werknemer willen werken, 9 op de 10 dus niet. Belangrijkste argumenten om niet in loondienst te willen zijn het beter zelf kunnen bepalen hoeveel en wanneer gewerkt wordt en het beter kunnen combineren van werk en privé. Je kunt je dus afvragen hoeveel mensen er in dit voorbeeld voor kiezen om zelfstandig te zijn. Men is dus op zoek naar meer eigen regelruimte. Als er nu werkgevers zouden zijn die het werk zodanig hebben ingericht dat deze regelruimte er wel is, wat zou dat dan betekenen voor deze cijfers?


Een flexibiliserende arbeidsmarkt biedt dus voordelen voor werkgevers en werknemers. Maar je kunt je ook afvragen hoeveel zelfstandigen daadwerkelijk ook zelfstandig willen zijn. Of dat de zelfstandigheid noodgedwongen is, onder andere omdat zaken, zoals de behoefte aan regelruimte, niet voldoende te vinden zijn bij de gevestigde orde.

We zien in ieder geval dat de flexmarkt groeiende is. In 2014 telde Nederland zo’n 875.000 zzp’ers. Nu, 10 jaar later, zijn dit er iets meer dan 1,6 miljoen.


Punt 2. Sommige organisaties ontduiken belastingen en premies.


De overheid biedt de faciliteiten om ondernemerschap te stimuleren en sommige organisaties weten daar handig gebruik van te maken door hun personeel niet op de loonlijst te zetten, maar als ZZP’er in te huren. Op deze manier hoeven deze werkgevers minder belastingen en premies te betalen. We noemen dit fenomeen schijnzelfstandigheid. Dus is er een wet gekomen, DBA, om dat tegen te gaan. Het idee is nu dat deze werkenden worden uitgebuit omdat ze te weinig verdienen om een buffer op te bouwen, maar ook te weinig verdienen om pensioen op te bouwen.


Laat er geen misverstand over bestaan: als in het systeem te weinig belastingen en premies worden afgedragen dan valt de bodem weg onder ons sociale systeem en dat moet natuurlijk bestreden worden. Maar dan moet wel de juiste groep bestreden worden. 


Als je kijkt naar bovenstaand voorbeeld van het verplegend personeel, dan is het aannemelijk dat er een groep mensen is die onder de huidige marktomstandigheden bewust kiest voor het zelfstandig ondernemerschap. Dit lijkt dan niet echt de groep die wordt uitgebuit. Toch is het nu zo dat met de huidige DBA wet de gehele flexmarkt wordt aangesproken. Dit is veel te grof. Een scherpere definitie is nodig.


Punt 3. Sommigen vinden onze arbeidsmarkt kwetsbaar.


Dat is niet een feit, maar een mening. Het onderliggende feit is dat vraag en aanbod soepel op elkaar afgestemd kunnen worden. De gedachte dat dit leidt tot kwetsbaarheid is vanuit het perspectief van de zelfstandige, maar in feite ook van alle bureaus die leveren aan de flexibele schil van organisaties. Maar het soepel op elkaar kunnen afstemmen van vraag en aanbod levert ook wendbaarheid en economisch voordeel op. Het is dus iets te makkelijk om te stellen dat je deze kwetsbaarheid moet tegengaan. De vraag is veel meer in welke gevallen deze kwetsbaarheid leidt tot ongewenste effecten, maar ook: hoe ernstig zijn deze ongewenste effecten? Je zou kunnen redeneren dat als deze flexibilisering zich voortzet en er zich weer een Corona epidemie aandient dat veel zelfstandigen, maar eigenlijk iedereen in de flexibele schil van organisaties, in de problemen komen. Dit heeft effect op de Nederlandse economie. Maar stel nu dat al deze mensen in vaste dienst zouden zijn bij werkgevers. Dan duurt het iets langer. Je zou kunnen stellen dat deze werkgevers in de regel grotere organisaties zijn en meer buffer hebben. Maar ook zij komen in de problemen. 


Punt 4. Sommige flexwerkers kunnen niet voor zichzelf zorgen.


Dit is de stelling dat er een groep zelfstandigen is die geen zekerheden heeft bij ziekte of arbeidsongeschiktheid, en ook geen pensioen opbouwt. Maar hier geldt ook dezelfde vraag als bij punt 1: welke groep betreft dit? En als de arbeidsmarkt flexibiliseert, zou de wetgeving dit dan niet moeten ondersteunen? Op dit moment lijkt de overheid de flexibiliserende arbeidsmarkt bewust af te willen remmen. Maar zou het ook een optie kunnen zijn om deze transitie naar een ander systeem juist te ondersteunen? Zeker als het gaat om deze grote aantallen dan moet het goed mogelijk zijn verzekeringen te faciliteren voor deze doelgroep.


In de markt duiken ook regelmatig verhalen op dat mensen zelfstandig zijn geworden omdat ze dan de ruimte hebben, bijvoorbeeld om werk en privé te combineren, die ze bij een werkgever niet krijgen. Hier kan je óf die zelfstandigheid ondersteunen zoals hiervoor aangegeven, óf werkgevers kunnen kijken op welke manier ze diezelfde regelruimte zouden kunnen bieden.


Punt 5. De EU heeft een subsidie klaar staan.


Die EU subsidie is, naar wij begrepen hebben, een subsidie die uitgekeerd wordt om de arbeidsmarkt te verbeteren. Deze subsidie wordt uitgekeerd op basis van de indertijd uitgegeven Nederlandse plannen. Deze plannen zijn, zo lijkt het, gebaseerd op het idee het flexibiliseren van de arbeidsmarkt tegen te gaan. Maar dit is te kort door de bocht. Dus is de vraag: willen we koste wat kost doorgaan met een verkeerde beweging? Of is er ruimte voor herziening? Enige flexibiliteit, dat wil zeggen het kunnen omgaan met gewijzigde inzichten, mag ook in de relatie Europa-Nederland wel een rol hebben.


De markt heeft haar eigen dynamiek


We zien in de praktijk dat de wet DBA te veel ruimte voor interpretatie laat. Organisaties willen geen risico lopen en kiezen vervolgens de veilige kant. Ze stellen dat ze vooralsnog geen zaken doen met ZZP’ers of sluiten DGA’s uit voor opdrachten. Met als effect dat de flexmarkt een stuk kleiner aan het worden is.


Zijn we goed bezig?


Als je kijkt naar bovenstaande, onze poging om te begrijpen wat aan de hand is, dan vallen een aantal zaken op. De arbeidsmarkt flexibiliseert en de overheid probeert dit tegen te houden. Dit omdat het idee aanwezig is dat de arbeidsmarkt te kwetsbaar is en dat de hele flexmarkt vol zit met schijnzelfstandigen.


Uit bovenstaande blijkt dat we nog het een en ander uit te zoeken hebben. Zoals het meer inzage krijgen op de vraag wat de onderliggende patronen zijn onder die flexibilisering. Wij zouden benieuwd zijn naar de echte groep schijnzelfstandigen, en dan vooral naar de organisaties die dit soort structuren aanbieden. We zouden ook benieuwd zijn naar die groep die echt ondernemer wil zijn.


Ook zijn we erg benieuwd naar de reden dat de overheid de flexibiliserende markt probeert af te remmen. De vraag is of het niet verstandiger is, gegeven alle voordelen, deze flexibilisering te stimuleren, maar de negatieve effecten ervan heel gericht af te remmen.


Ons voorstel


De overheid zegt per 18 december: “De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer volledig handhaven bij organisaties die werken met mensen die volgens de wet eigenlijk in loondienst horen. Wel worden er over het kalenderjaar 2025 nog geen boetes opgelegd. Dit geldt voor zowel verzuim- als vergrijpboetes. Organisaties kunnen eerst een waarschuwing van de Belastingdienst krijgen voordat er zogenaamde boekenonderzoeken (controles) worden ingesteld. Daarnaast worden alle goedgekeurde modelovereenkomsten automatisch verlengd tot en met 31 december 2029. Met deze maatregelen geeft de Belastingdienst uitvoering aan het verzoek van de Tweede Kamer voor een zachte landing bij de handhaving op schijnzelfstandigheid.”


Op zich is dit prettig. De overheid werkt aan een zachte landing en lijkt ook risicogestuurd te willen optreden. Tegelijkertijd is daarmee de wet DBA en de aankomende wet VBAR niet van tafel. Beide wetten lijken gebaseerd te zijn op de gedachte dat flexwerken ongewenst is en dat dit afgeremd moet worden. Het effect hiervan is dat de flexmarkt aan het veranderen is. Opdrachtgevers willen geen risico lopen en gaan aan de voorzichtige kant zitten. Onze analyse laat zien dat er nog heel wat uit te zoeken is en we vragen ons af of het verstandig is de beweging naar een meer flexibele markt af te remmen, dan wel te stimuleren. Of misschien wel beide.


Wij komen tot de volgende te beantwoorden vragen voor het vervolg:


  1. Hoe kunnen we de gunstige effecten van de flexibiliserende arbeidsmarkt behouden en verder stimuleren terwijl we gelijktijdig de negatieve effecten zoals het betalen van te weinig belastingen en premies kunnen tegengaan?

  2. Gegeven de flexibiliserende arbeidsmarkt, hoe kunnen we de arbeidsmarkt robuuster maken zodat deze tegen een stootje (zoals Corona) kan?

  3. Welke maatregelen kunnen genomen worden om ervoor te zorgen dat ook de zelfstandige beter voor zichzelf kan zorgen (pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid)?

  4. Welke maatregelen kunnen werkgevers nemen om het personeel te behouden? Zoals bijvoorbeeld het organiseren van regelruimte.


Wij hopen op hernieuwde wijsheid in het nieuwe jaar en zijn (nog steeds) heel benieuwd hoe minister van Hijum hiermee wil omgaan. Maar, we zijn ook benieuwd naar jouw mening. Geef gerust commentaar op dit artikel, we horen het graag.

Comments


bottom of page